Vanaf 1 januari 2021 wijzigt onze pensioenregeling. Het percentage aan pensioen dat uw werknemers jaarlijks opbouwen, gaat iets omhoog. Maar het deel van het loon waarover zij geen pensioen opbouwen (de franchise), gaat ook omhoog. Wat dit precies betekent voor het pensioen van uw werknemers, hangt af van de verhoging van hun salaris. De premie verandert niet en blijft 32%.
Pensioenopbouw iets omhoog
Elk jaar bouwen uw werknemers over een deel van hun salaris een percentage aan pensioen op. Dat noemen we het opbouwpercentage. Dit is vanaf 1 januari 2021 gewijzigd van 1,48% naar 1,50%.
Franchise ook omhoog
Het deel van het loon waarover uw werknemers geen pensioen opbouwen, heet franchise. De franchise staat ongeveer gelijk aan de AOW-uitkering van de overheid. De franchise is in 2021 14.544,- In 2020 was dit nog 14.167,-. Het is gebruikelijk dat de franchise elk jaar iets stijgt.
Wat betekent dit voor het pensioen van uw werknemers?
Wat dit precies betekent voor het pensioen van uw werknemers, hangt af van de verhoging van hun salaris:
- Is het salaris in 2021 hetzelfde als in 2020? Dan bouwt uw werknemer in 2021 iets minder pensioen op. Een voorbeeld van deze situatie is uitgewerkt in rekenvoorbeeld 1.
- Is het salaris in 2021 hoger dan in 2020, bijvoorbeeld 2%? Dan bouwt uw werknemer in 2021 iets meer pensioen op. Een voorbeeld van een situatie met een loonsverhoging van 2% is uitgewerkt in rekenvoorbeeld 2.
Wat betekent dit voor het pensioen voor de partner?
Uw werknemer bouwt naast pensioen voor zichzelf, ook automatisch pensioen op voor zijn/haar partner. De partner krijgt dit pensioen als u overlijdt. Dit pensioen noemen we partnerpensioen. Het opbouwpercentage voor het partnerpensioen is 70% van de opbouw van het ouderdomspensioen. Dit percentage wijzigt vanaf 1 januari 2021 daarom ook van 1,04% naar 1,05%. Maar de franchise telt hier ook mee. Wordt de pensioenopbouw van uw werknemer lager? Dan gaat het pensioen voor de partner ook iets omlaag. Wordt de pensioenopbouw van uw werknemer hoger? Dan geldt dat ook voor het partnerpensioen.
Wie beslist over deze wijziging?
Werkgevers en werknemers die samenwerken in werkgeversorganisaties en werknemersorganisaties (vakbonden) noemen we sociale partners. Sociale partners beslissen over de inhoud van de pensioenregeling, zoals deze wijziging. Het bestuur van BPFV kijkt vervolgens of zij de pensioenregeling kunnen uitvoeren.
Waarom zijn deze wijzigingen nodig?
De financiële situatie van BPFV is niet goed. Ons fonds heeft meer geld nodig om in de toekomst alle pensioenen te kunnen betalen. Een manier om de financiële situatie te verbeteren, is het verhogen van de premie. Dat wilden sociale partners graag voorkomen. Een andere manier is een verlaging van het opbouwpercentage. Dat zien we bij veel andere pensioenfondsen gebeuren. Deze optie vonden sociale partners niet evenwichtig.
Daarom is er gezocht naar een andere oplossing. Die oplossing heeft te maken met de zogenaamde rentemiddeling. Bij rentemiddeling spreekt men een nieuwe (langere) periode af waarin de rente vaststaat. BPFV had eerst gekozen voor een termijn van 12 maanden. Die termijn is nu aangepast naar 3 jaar. Het is eigenlijk een rekenmethode onder de motorkap. Door deze oplossing zijn de effecten voor de deelnemers beperkt en zijn een verhoging van de premie en/of een verlaging van het opbouwpercentage niet nodig.
Wat betekent dit voor het pensioen van uw werknemer?
Het pensioen dat zij tot nu toe hebben opgebouwd, verandert niet. Het pensioen dat zij kunnen bereiken als zij tot 67 jaar pensioen blijven opbouwen, verandert wel. Zodra de wijzigingen in de administratie zijn verwerkt, zien uw werknemers in Mijn Pensioencijfers het nieuwe bedrag. We verwachten dat dat aan het einde van het eerste kwartaal zo is. We verwachten dat uw werknemers het nieuwe bedrag eind april ook kunnen zien op Mijnpensioenoverzicht.nl.
Is een verlaging van de pensioenen in 2021 hierdoor van de baan?
Nee, dat is helaas niet zo. Voor het verlagen van de pensioenen die tot nu toe zijn opgebouwd, moeten we andere regels volgen. Of we de pensioenen in 2021 moeten verlagen, hangt af van onze financiële situatie op 31 december 2020. Minister Koolmees heeft een tijdelijke maatregel ingesteld: de actuele dekkingsgraad van een pensioenfonds moet op oudejaarsdag minimaal 90% zijn. Anders is een verlaging van de pensioenen nodig. Eind november was onze dekkingsgraad 96%. We hebben dus nog ruimte. Begin 2021 weten we zeker of we de pensioenen moeten verlagen. We houden u en uw werknemers op de hoogte.