Sinds kort heeft het bestuur van ons fonds een nieuwe voorzitter: Jeppe Machielsen. Wie is Jeppe? Hoe bevalt zijn nieuwe functie tot nu toe? En welke uitdagingen ziet hij de komende tijd voor BPFV? We zochten hem op voor een goed gesprek.
De 64-jarige Jeppe is getrouwd, heeft twee dochters (25 en 27 jaar) en woont op Kaag Eiland. Hij vertelt: “Kaag Eiland is letterlijk een eiland in de Kagerplassen, in de buurt van Leiden. Er wonen 300 mensen, waaronder ons gezin. Een perfecte locatie voor ons. Want we zijn gek op watersport, zoals zeilen. En wonen op een eiland midden in de Randstad, wat wil je nog meer?”
Toezichthouder en bestuurder
Jeppe is opgeleid tot bedrijfseconoom en werkte bij grote internationale ondernemingen, zoals AkzoNobel en DHL. Ook was hij financieel directeur (CFO) bij Eneco. De laatste jaren zet hij zich vooral in voor pensioenfondsen. Zo was hij toezichthouder bij pensioenfonds Recreatie en het pensioenfonds Nederlandse Groothandel. En als bestuurslid werkt(e) hij voor De Nationale APF en pensioenfonds Nedlloyd. Daarnaast maakt hij graag tijd voor vrijwilligerswerk als vicevoorzitter van de Koninklijke Nederlandse Reddingsmaatschappij.
Toegevoegde waarde
Genoeg te doen dus. Toch paste een functie als voorzitter van het bestuur bij BPFV nog in zijn agenda. Jeppe vertelt: “In november 2023 zat mijn termijn als bestuurder bij Nedlloyd erop. Toen stond ik voor de vraag: wil ik nog een keer als bestuurder aan de slag of ga ik het wat rustiger aan doen? Die keuze was snel gemaakt: ik wil wel iets doen, maar alleen als ik echt van toegevoegde waarde kan zijn voor een fonds. Snel daarna kwam de vraag of ik voorzitter wilde worden bij BPFV. Ik zie het als een uitdaging om het fonds, samen met de andere bestuursleden, op een goede manier naar het vernieuwde pensioenstelsel te begeleiden. Dus mijn antwoord was direct ‘ja’.”
Meer eenheid
Bijna alle pensioenfondsen maken in de komende jaren de overstap naar het vernieuwde pensioenstelsel. Wat maakt BPFV zo bijzonder? Jeppe: “Het fonds heeft net een fusie achter de rug. Dat merk je wel. Zo zijn er nog twee regelingen. Het wordt de uitdaging om straks tot een nieuwe pensioenregeling te komen waarin we zoveel mogelijk elementen van de twee regelingen samenvoegen. Hoe meer eenheid er straks is, hoe makkelijker de nieuwe regeling uit te voeren is. En hoe duidelijker het is voor de deelnemers. Dat zorgt er ook voor dat deelnemers meer gevoel krijgen bij ‘ons’ fonds.”
Sociale partners aan zet
Hoe staat het er dan voor met de voorbereidingen op de nieuwe pensioenregeling? Jeppe: “Het gaat goed. De sociale partners, de vertegenwoordigers van werkgevers en vakbonden, werken aan de afspraken voor de nieuwe regeling. Als bestuur ondersteunen we hen daar zo goed mogelijk mee. Bijvoorbeeld met kennissessies, waarin we uitleg geven. Ook zorgen we ervoor dat er berekeningen worden gemaakt. Die zijn nodig om uit te rekenen wat bepaalde keuzes betekenen voor het pensioen van onze deelnemers. Ons doel is een regeling die evenwichtig is voor alle groepen deelnemers. Dat wil zeggen dat niet een deelnemersgroep erop vooruitgaat ten laste van een andere deelnemersgroep. Kortom, er wordt heel wat gevraagd van de sociale partners. Het is belangrijk dat zij straks een goed afgewogen keuze kunnen maken voor het pensioen van onze deelnemers.”
Risico’s met elkaar blijven delen
Zoals het er nu naar uitziet, nemen de sociale partners in het najaar van 2024 een besluit over de afspraken voor de nieuwe pensioenregeling. “De lijnen van de nieuwe regeling worden wel al steeds duidelijker”, vertelt Jeppe. “Zo gaan de gedachten uit naar een solidaire premieregeling, waarbij nog steeds veel risico’s met elkaar worden gedeeld. Ook willen ze de opgebouwde pensioenen omzetten naar de nieuwe regeling. Dat noemen we ‘invaren’. Maar de definitieve besluiten moeten nog genomen worden.”
Op 1 juli 2026 naar nieuwe pensioenregeling
Als de sociale partners het eens zijn over de afspraken, bekijkt het bestuur of het de regeling ook kan en wil uitvoeren. Het bestuur maakt ook een plan om die uitvoering te organiseren. Dat is het implementatieplan. Jeppe: “Daarin staat bijvoorbeeld hoe het aanpassen van de administratie gaat en hoe we de opgebouwde pensioenen omrekenen naar de nieuwe regeling. Daarna moet toezichthouder, De Nederlandsche Bank, de afspraken en het implementatieplan beoordelen. En we moeten de uitvoering zelf ook voorbereiden. Er is dus nog heel wat werk aan de winkel. Als alles goed gaat, willen we op 1 juli 2026 overstappen naar de nieuwe regeling.”
Op volle sterkte
De overgang naar het vernieuwde pensioenstelsel is niet de enige uitdaging voor het bestuur van BPFV, geeft Jeppe aan. “Op dit moment zijn nog niet alle functies in het bestuur ingevuld. Het is dus zaak om deze functies goed in te vullen, zodat we weer op volle sterkte zijn. Ook merk ik dat we nog moeten groeien tot één fonds. Maar ik zie ook al dat het fonds daar al flink wat stappen in heeft gezet. En dat de samenwerking steeds beter gaat. Dat is mooi, want uiteindelijk hebben we allemaal hetzelfde doel: een zo goed mogelijk pensioen realiseren voor onze deelnemers. Nu én straks in het vernieuwde pensioenstelsel.”