Veel blijft hetzelfde

Uw pensioen blijft op veel punten hetzelfde als nu. Hieronder de belangrijkste zaken die hetzelfde blijven.

Veel blijft hetzelfde

  • U legt samen met uw werkgever geld in voor uw pensioen

    De inleg of premie wijzigt in de nieuwe regeling niet. U legt samen met uw werkgever een percentage van de pensioengrondslagHet deel van uw jaargrondslag waarover u pensioen opbouwt. Dit is het pensioengevende jaarsalaris - franchise. in voor uw pensioen. Voor de sector Vlakglas is dat 32% en voor de sector HVI/Jachtbouw is dat 28,6%. De pensioengrondslag is het deel van het salaris dat meetelt voor uw pensioen. In de sector Vlakglas betaalt u 35% en uw werkgever 65% van de inleg. In de sector HVI/Jachtbouw betalen u en uw werkgever allebei 50%.

    Hierin zit ook de bijdrage voor de verzekering van het nabestaandenpensioen en alles wat er geregeld is voor u als u arbeidsongeschikt zou worden. En bepaalde kosten voor uitvoering van uw pensioenregeling.

  • We blijven risico's met elkaar delen

    Dit doen we door de gezamenlijke manier van beleggen en door reserves aan te houden.

  • Bij arbeidsongeschiktheid blijft u pensioen opbouwen

    Dan blijft u een kapitaal voor uw pensioen opbouwen, zonder dat u hiervoor betaalt. Bent u gedeeltelijk arbeidsongeschikt? Dan legt u voor het deel dat u nog werkt wel zelf geld in voor uw pensioen. Dit verandert niet in vergelijking met de 'oude regeling'.

  • Bij de start van uw pensioen hebt u een aantal keuzes
    • Als u met pensioen gaat, hebt u een aantal keuzes die van invloed zijn op de hoogte van uw pensioen. De keuzes uit de huidige regeling blijven bestaan.
    • U bepaalt zelf wanneer uw pensioen ingaat. In onze pensioenregeling kunt u op zijn vroegst met pensioen vanaf 5 jaar vóór uw AOW-leeftijd. Wilt u dat uw pensioen later ingaat? Dit kan tot 5 jaar na uw AOW-leeftijd.
  • Het pensioen via uw werkgever blijft een aanvulling op de AOW van de overheid

    Check hier uw AOW-leeftijd om te zien wanneer u naar verwachting de AOW van de overheid ontvangt.

  • Na uw overlijden is er pensioen voor uw partner zolang deze leeft en voor uw kinderen

    Partnerpensioen en wezenpensioen blijven bestaan. In de nieuwe pensioenregeling is dit niet meer op basis van pensioenopbouw, maar op basis van risicoverzekering.

    Nabestaandenpensioen is verzekerd voor uw partner en kinderen tot 25 jaar als u overlijdt. Zij krijgen dit alleen als u overlijdt vóór de pensioendatum. Gaat u uit dienst? Dan loopt deze verzekering maximaal 6 maanden door. U kunt daarna ervoor kiezen om deze zelf voort te zetten. Hebt u een nieuwe baan met een pensioenregeling bij een ander fonds? Dan stopt de verzekering voor overlijden bij Pensioenfonds BPFV automatisch. U bent dan verzekerd voor nabestaandenpensioen bij overlijden bij uw nieuwe pensioenfonds.

    Hebt u in de huidige pensioenregeling een nabestaandenpensioen opgebouwd? Dan wordt de waarde van dit nabestaandenpensioen omgezet in nabestaandenpensioen volgens de nieuwe pensioenregeling. U raakt dit pensioen dus niet kwijt door de omzetting.

  • U krijgt pensioen zolang u leeft

    Net zoals in de huidige regels krijgt u pensioen zolang u leeft, al wordt u 105 jaar.