Wat betekenen de veranderingen precies voor het pensioen van uw medewerkers? De sociale partners legden het recent uit in 2 webinars . In een klein uur namen ze kijkers online mee in de belangrijkste veranderingen. Bekijk hier het webinar voor werkgevers. Tijdens het webinar had u de mogelijkheid om vragen te stellen over de veranderingen. Zie hieronder een greep uit de vragen en natuurlijk de antwoorden.
1. Is er verschil in de nieuwe regeling tussen de 2 sectoren (Vlakglas & HJI)?
Nee, de nieuwe regeling is voor beide sectoren gelijk. Wel blijft er een verschil in de inleg, net als bij de oude regeling: U legt samen met uw medewerker een percentage van de pensioengrondslag in voor het pensioen van uw medewerker. Voor de sector Vlakglas is dat 32% en voor de sector HVI/Jachtbouw is dat 28,6%. De pensioengrondslag is het deel van het salaris dat meetelt voor het pensioen van uw medewerker. In de sector Vlakglas betaalt u 65% en uw medewerker 35% van de inleg. In de sector HVI/Jachtbouw betalen u en uw medewerker allebei 50%.
2. Is er in de nieuwe regeling ook een excedentregeling?
Nee. Het pensioen dat medewerkers hebben opgebouwd in de oude basisregeling én eventuele excedentregeling gaat mee naar de nieuwe regeling. We zetten het om naar een kapitaal in de nieuwe regeling. Het gaat om het pensioen voor uw medewerker en het pensioen dat uw medewerker voor zijn of haar partner heeft opgebouwd. Bij het omzetten gaat geen geld verloren. We rekenen nauwkeurig uit wat de waarde is van de pensioenen die uw medewerker heeft opgebouwd. Die waarde gaat over naar de nieuwe regeling.
De opbouw in de excedentregeling wordt vanaf de overgang naar de nieuwe pensioenregeling dus niet gecontinueerd. Werkgevers hebben voldoende mogelijkheden om vrijwillige pensioenopbouw over het excedentsalaris vanaf de transitiedatum elders onder te brengen.
3. Wat gebeurt er met de solidariteitsreserve op termijn. Kan die onbeperkt gevuld worden? En wanneer en aan wie wordt deze uitgekeerd?
Sociale partners vinden het belangrijk om de pensioenuitkeringen zo stabiel mogelijk te houden. Daarom vormen we een solidariteitsreserve voor als het een keer financieel tegenzit. We gebruiken dan geld uit de solidariteitsreserve, zodat we de pensioenuitkeringen niet of minder hoeven te verlagen. We vullen de solidariteitsreserve bij de start van de nieuwe regeling. Hoeveel geld er in gaat hangt af van de hoogte van de dekkingsgraad op dat moment.
Halen we meer rendement op de beleggingen dan we nodig hebben voor de pensioenen (overrendement)? Dan gaat ook een deel naar de solidariteitsreserve. De reserve zal maximaal 5% van het totale vermogen van het fonds zijn.
Alle afspraken van de sociale partners staan in het transitieplan. Lees het transitieplan of de samenvatting hier.