Negen jaar was hij bestuurslid bij Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Groothandel in Vlakglas, de Groothandel in Verf, het Glasbewerkings- en het Glazeniersbedrijf (BPFV), waarvan vier jaar voorzitter van de communicatiecommissie. Nu neemt Rob Vlietman afscheid van het fonds.
‘Graag had ik beloofd dat de pensioenen de komende jaren weer zullen stijgen, maar de realiteit is anders. Als we kunnen voorkomen dat de pensioenen verlaagd moeten worden, is dat al heel knap. We hebben erg veel last van de lage rente. Bovendien heeft de overheid de regels zo aangescherpt dat pensioenfondsen steeds grotere reserves moeten aanhouden. Ook dat helpt niet.
Wat draagt verder bij aan de mindere financiële situatie?
‘De kosten die we als fonds moeten maken. De reguliere kosten dalen langzaam, maar elk jaar zijn er wel bijzondere zaken. En die brengen dan weer extra kosten met zich mee. Zo was er in 2014 het faillissement van het administratiekantoor. In 2015 was er de helaas gestrande fusie met SPNG. Heel vervelend. Het was mij wat waard geweest als de fusie wel was gelukt.’
Hoe kijkt u terug op de voorgaande jaren?
‘Het was een periode waarin alle pensioenfondsen met flinke tegenwind te maken kregen. Saai was het geen moment. Het ergst vond ik de financiële crisis in 2008-2009. Het is heel erg als de beurskoersen zo kelderen. Om de paar jaar is er wel weer een crash. Als dan de beursontwikkeling negatief is en de rente ook nog heel laag, dan stemt dat wel heel somber. We moeten dan veel meer geld aanhouden als reserve. De dekkingsgraad wordt daardoor wel erg laag.’
Bent u ook somber over de toekomst?
‘Ook aan deze periode komt wel weer een eind. De rente zal wel weer stijgen. Niemand heeft echter ook maar enig idee wanneer dat zal zijn. Ook ik heb geen glazen bol. Gelukkig wordt de AOW door de overheid wel nog jaarlijks verhoogd. En uiteraard is het een goede zaak dat er een aanvullend pensioen bestaat.’
Wat wenst u BPFV toe?
Mijn wens is dat BPFV de komende jaren een geschikte partner vindt. Schaalvergroting zou heel welkom zijn. Een groter fonds kan meer geld daadwerkelijk aan pensioen besteden in plaats van aan kosten.