De sociale partners (de werkgevers en vakbonden) maakten afspraken over hoe de nieuwe pensioenregeling eruit komt te zien. Alle afspraken van de sociale partners staan in het transitieplan. De betrokken partijen ondertekenden dit transitieplan op 6 december jl. Dit is een uitgebreid document. Daarom plaatsen we binnenkort ook een samenvatting van het transitieplan.
We laten het weten als de samenvatting op de website staat. Tot die tijd ziet u hieronder al enkele highlights en vindt u hier een overzicht met alle stappen die we moeten nemen totdat de nieuwe pensioenregeling (naar verwachting) op 1 juli 2026 begint.
Deel 1: Afspraken over de nieuwe regeling
-
Doel & hoogte van de inleg
Het doel van de sociale partners is dat u, als u met pensioen bent, ongeveer op dezelfde manier kunt blijven leven als nu. Ook de hoogte van de inleg moet zoveel mogelijk gelijk blijven. U en uw werkgever leggen samen een percentage in van de pensioengrondslag. Dat is evenveel als u nu betaalt. Uw werkgever houdt het bedrag dat u inlegt in op uw bruto salaris, net als nu.
-
Soort regeling
De sociale partners hebben gekozen voor de ‘solidaire premieregeling’. Deze regeling heeft twee belangrijke kenmerken:
- We beleggen het geld voor de pensioenen als één geheel. We houden daarbij rekening met verschillende leeftijdsgroepen. We verdelen de opbrengst van de beleggingen zo dat de pensioenen van de gepensioneerden zo stabiel mogelijk zijn. Met stabiel bedoelen we dat de kans op verlagen klein is, of zo klein mogelijk.
- Er gaat geld naar een solidariteitsreserve. Het fonds kan deze reserve gebruiken om te voorkomen dat de pensioenen van de gepensioneerden en nabestaanden in een jaar omlaag gaan.
- We beleggen het geld voor de pensioenen als één geheel. We houden daarbij rekening met verschillende leeftijdsgroepen. We verdelen de opbrengst van de beleggingen zo dat de pensioenen van de gepensioneerden zo stabiel mogelijk zijn. Met stabiel bedoelen we dat de kans op verlagen klein is, of zo klein mogelijk.
-
Inkomen voor uw partner als u overlijdt
De sociale partners willen dat er niet alleen een pensioen is voor u, maar ook een uitkering voor uw partner. Die uitkering is het partnerpensioen. Het partnerpensioen is een verzekering. Het voorstel in het concept transitieplan is dat, zolang u werkt bij een werkgever die is aangesloten bij BPFV, er een partnerpensioen is:
- 10% van het pensioengevende jaarsalaris op het moment dat u overleed. Uw partner krijgt deze uitkering elke maand (dus elke maand 1/12de deel), zo lang hij of zij leeft, én
- uw partner krijgt tot aan zijn of haar AOW-datum ook een vast bedrag van € 19.080 bruto per jaar bij een voltijds dienstverband. Daarnaast houdt uw partner recht op het partnerpensioen dat u hebt opgebouwd in de ‘oude’ pensioenregeling (de regeling die geldt tot de nieuwe regeling start). Dat bedrag blijft gewoon staan voor uw partner.
-
Een uitkering voor uw kinderen als u overlijdt
Er is ook een maandelijkse uitkering voor uw eventuele kinderen als u overlijdt. Elk kind krijgt tot zijn of haar 25e elke maand een uitkering. Die uitkering is 2% van het pensioengevend salaris voor u overleed.
-
Wordt u arbeidsongeschikt?
Dan blijft u een kapitaal voor uw pensioen opbouwen, zonder dat u hiervoor betaalt.
Deel 2: Afspraken over de overgang naar de nieuwe regeling
-
We zetten het pensioen dat u heeft omgebouwd om
Het pensioen dat u tot de start van de nieuwe pensioenregeling hebt opgebouwd, zetten we om naar een kapitaal in de nieuwe regeling. Het gaat om het pensioen voor uzelf en het pensioen dat u voor uw partner en uw kinderen hebt opgebouwd. Bij het omzetten gaat geen geld verloren. We rekenen nauwkeurig uit wat de waarde is van het pensioen dat u hebt opgebouwd. Die waarde gaat over naar de nieuwe regeling.
-
Afspraken over een compensatie
In de nieuwe regeling hangt de hoogte van uw pensioen voor een belangrijk deel af van hoe lang BPFV het geld voor uw pensioen kan beleggen. Hoe langer hoe meer kans er is op een hoge opbrengst. De nieuwe regeling is dus gunstig voor jongeren. Hun geld kunnen we nog lang beleggen.
Gaat u bijna met pensioen? Dan maakt de overstap naar de nieuwe regeling niet zoveel uit. U heeft het grootste deel van uw pensioen namelijk al opgebouwd.
De groep tussen de jongeren en de ouderen kan nadeel (of minder voordeel) hebben van de overstap naar de nieuwe regeling. Zij hebben niet het voordeel van de jongeren. En ze hebben nog een aantal jaar te gaan in de nieuwe regeling. Hoe ouder iemand wordt, hoe minder het geld dat iemand inlegt nog oplevert.
De sociale partners willen dat de overstap zo eerlijk mogelijk is voor iedereen. De deelnemers die erop achteruitgaan, krijgen een ‘compensatie’. Hoe hoog deze compensatie is, ligt aan het nadeel dat u als deelnemer heeft van de nieuwe regeling. In het transitieplan staan de afspraken over de compensatie uitgewerkt.
-
Afspraken over de solidariteitsreserve
Sociale partners vinden het belangrijk uw pensioen te beschermen, zodat het zo stabiel mogelijk blijft. Daarom reserveren wij geld voor als het een keer financieel tegenzit. We gebruiken dan geld uit de solidariteitsreserve, zodat we de pensioenen niet of veel minder hoeven te verlagen.