Werknemers

Antwoorden op veelgestelde vragen

Terug naar het overzicht
  • Wanneer krijg ik een verhoging?

    Wij proberen elk jaar uw (opgebouwde) pensioen te verhogen. Dat noemen we ook wel toeslagverlening of indexatie. De verhoging zorgt ervoor dat uw pensioen zijn waarde houdt. Bij een verhoging wordt uw opgebouwde pensioen aangevuld met maximaal de loon- of prijsstijgingen. U hebt niet automatisch recht op een verhoging. Wij reserveren daar geen geld voor. Ons bestuur bekijkt elk jaar of en hoeveel uw opgebouwde pensioen kan worden verhoogd. Dat hangt af van de financiële positie. Als het fonds er financieel niet goed genoeg voor staat, kan het ook voorkomen dat we uw pensioen moeten verlagen.

  • Wanneer wordt mijn pensioen verlaagd?

    In de Pensioenwet zijn financiële spelregels opgenomen voor pensioenfondsen. Als onze financiële positie volgens die regels niet goed genoeg is, moet ons fonds een herstelplan indienen bij De Nederlandsche Bank (DNB). Hierin staat hoe het fonds de financiële situatie weer op orde gaat brengen. Daarbij horen ook maatregelen. BPFV kan bijvoorbeeld besluiten om de premie te verhogen, de pensioenregeling te versoberen of de pensioenen te verlagen. We verlagen de pensioenen pas als er geen andere keuze meer is.

  • Is mijn pensioenleeftijd hetzelfde als mijn AOW-leeftijd?

    U bouwt pensioen op bij BPFV. Dit pensioen gaat in als u 67 jaar wordt. Daarnaast ontvangt u ook pensioen van de overheid, dit heet ook wel AOW. Vanaf welke leeftijd u AOW-pensioen ontvangt, hangt af van uw geboortedatum. Op de website van de SVB kunt u uitrekenen wat uw AOW-leeftijd is.

  • Wanneer kan ik met pensioen?

    Uw ouderdomspensioen van BPFV gaat in op uw 67ste. Dat betekent niet dat u tot 67 jaar moet doorwerken. U kunt ervoor kiezen om eerder met pensioen te gaan. Dit kan vanaf maximaal 5 jaar voor uw AOW-datum. Op onze website leest u meer over eerder met pensioen gaan.

  • Kan ik ook gedeeltelijk met pensioen en gedeeltelijk blijven werken?

    Wilt u langzaam afbouwen? Dat kan. Uw ouderdomspensioen gaat in op uw 67ste. Dat betekent niet dat u fulltime tot uw 67ste moet doorwerken. U kunt ervoor kiezen om uw pensioen al eerder gedeeltelijk te laten ingaan. Dit kan vanaf maximaal 5 jaar voor uw AOW-datum. U blijft dan voor een deel werken en voor het andere deel ontvangt u pensioen. Op onze website leest u meer over in deeltijd met pensioen gaan.

  • Ik ga scheiden. Wat moet ik doen?

    Er gelden regels voor de verdeling van het ouderdomspensioen na scheiding. In de wet zijn 2 zaken geregeld:

    1. Uw ex-partner krijgt een bijzonder partnerpensioen na uw overlijden.
    2. Uw ex-partner heeft recht op de helft van het ouderdomspensioen dat u tijdens de relatie hebt opgebouwd.

    U geeft uw scheiding aan ons door via Mijn Pensioencijfers of met behulp van het 'Mededelingsformulier in verband met verdeling van ouderdomspensioen bij scheiding'. Ook als u besluit om afwijkende afspraken te maken. Doet u dat binnen 2 jaar nadat u uit elkaar bent gegaan? Dan krijgt uw ex-partner straks zijn of haar deel van het ouderdomspensioen rechtstreeks van ons. Als u langer wacht dan 2 jaar, moet uw ex-partner zijn of haar deel bij u opvragen als u met pensioen bent.

    Op onze website leest u meer over scheiden en pensioen.

  • Wat krijgen mijn nabestaanden als ik kom te overlijden?

    Als u overlijdt, dan hebben uw partner en kind(eren) mogelijk recht op een uitkering van ons pensioenfonds. Uw partner heeft mogelijk recht op partnerpensioen van ons. Uw kinderen hebben recht op wezenpensioen.

    Het partnerpensioen is bij ons pensioenfonds op risicobasis verzekerd. Zolang u werkt in onze branche, bent u verzekerd voor het partnerpensioen. Als u overlijdt terwijl u werkt in onze branche, regelen wij dus een pensioen voor uw partner. Stopt u met werken in onze branche, of gaat u met pensioen? Dan vervalt uw verzekering voor het partnerpensioen bij ons fonds.

    Als u uit dienst gaat of met pensioen gaat, kunt u ervoor kiezen om pensioen van uzelf in te ruilen in meer pensioen voor uw partner.

    Werkte u vóór 1 januari 2022 in de branches Vlakglas of Groothandel Verf?

    Dan hebt u ook partnerpensioen opgebouwd. Dit pensioen raakt u niet meer kwijt. Ook niet nu u uit dienst gaat. Uw partner krijgt dit altijd als u overlijdt.

    Werkte u vóór 2010 al in de houtverwerkende industrie?

    Dan hebt u misschien ook partnerpensioen opgebouwd. U ziet dit op uw pensioenoverzicht. Dit pensioen raakt u niet meer kwijt. Ook niet nu u uit dienst gaat. Uw partner krijgt dit altijd als u overlijdt.

    Als u overlijdt terwijl u nog pensioen opbouwt, komt uw partner mogelijk tot de AOW-leeftijd in aanmerking voor een tijdelijk nabestaandenpensioen van ons pensioenfonds.

    Op onze website vindt u meer informatie over partnerpensioenwezenpensioen en tijdelijk nabestaandenpensioen.

     

  • Ik ga ergens anders werken. Wat betekent dit voor mijn pensioen?

    Als u ergens anders gaat werken, dan stopt uw pensioenopbouw bij ons fonds. Het pensioen dat u bij ons hebt opgebouwd, blijft staan. Hebt u een nieuwe baan in loondienst? Dan kunt u uw pensioen meenemen naar uw nieuwe pensioenfonds of – verzekeraar. Dat heet waardeoverdracht.

    Gaat u ergens anders werken, maar blijft u wel werkzaam binnen dezelfde bedrijfstak? Dan gaat u via uw nieuwe werkgever verder met het opbouwen van uw pensioen bij BPFV.

  • Ik ga voor mezelf beginnen. Waar moet ik rekening mee houden?

    Als u uw eigen bedrijf start, regelt u vanaf nu zelf uw pensioen. U kunt het pensioen dat u bij ons hebt opgebouwd niet automatisch meenemen.

    Start u een eigen bedrijf binnen onze sector en u bent directeur-grootaandeelhouder (DGA) voor maximaal 50% van de aandelen? Dan bent u verplicht om volledig deel te nemen aan de pensioenregeling van BPFV.

  • Wat gebeurt er als ik arbeidsongeschikt word?

    De eerste 2 jaar dat u ziek bent, ontvangt u inkomen van uw werkgever. Hierover bouwt u pensioen op. Als u langer dan 2 jaar ziek bent, kunt u volledig en duurzaam arbeidsongeschikt worden verklaard. U wordt dan ontslagen en ontvangt van de overheid een uitkering. U blijft bij ons pensioen opbouwen over het inkomen dat u had toen u arbeidsongeschikt werd. U hoeft hiervoor geen premie te betalen. 

    Bent u gedeeltelijk of niet duurzaam arbeidsongeschikt? Dan biedt uw werkgever u passend werk aan, of u ontvangt een uitkering. Bent u minder dan 35% arbeidsongeschikt? Dan blijft u pensioen opbouwen over uw inkomen. Bent u voor 35% tot 80% arbeidsongeschikt? Dan blijft u ook pensioen bij ons opbouwen. Over het gedeelte waarover u arbeidsongeschikt bent, betaalt u geen premie.

    Op onze website leest u meer over ziekte en arbeidsongeschiktheid.